Het is een welbekend, maar daarom niet op voorhand onwaar, cliché dat je altijd nog voor de overheid kunt gaan werken als je nergens voor geschikt bent. En als je zelfs dáárvoor niet geschikt bent, wacht een glanzende carrière in de politiek. Vervolgens mag je op je privé-eilandje snode plannetjes bekokstoven om de suf gereguleerde burger op diens eigen kosten nóg meedogenlozer te stangen, daarbij niet noemenswaardig beteugeld door kennis van zaken of rudimentair realiteitsbesef. Er schijnt heel wat gecompenseerd te moeten worden, in het politieke milieu. En dan doel ik niet op de gestegen energieprijzen.
De gereformeerde eigenheimer die, sinds z’n geestverwant schielijk de kuierlatten nam, op het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zetelt, had kennelijk niet genoeg omhanden met kwesties als het stikstofcrisisje, de muitende boeren en de uit de pan rijzende voedselprijzen. Daarom lanceerde deze trotse bezitter van een diploma elektrotechniek (dat in de agrarische sector altijd van pas komt) de geniale trouvaille om herten uit hertenkampen te verbannen. Laat deze hallucinante formulering rustig bezinken; het ligt in elk geval niet aan míjn geestelijke gezondheidstoestand dan wel uw scherm of uw bril.
Een hertenkamp zonder herten: je moet er maar op komen. Als staaltje van out of the box denken komt eigenlijk alleen een autovrije autoweg enigszins in de buurt. Of politiek zonder politici, een idee dat mij persoonlijk wel aanspreekt. De bizarre krachttoeren van de Belastingdienst om de laagste rekening bij de hoogste inkomens neer te leggen, laat ik even buiten beschouwing. Want dat is sinds de VVD in de regering zit (en daar waarschijnlijk nooit meer uit komt) staand beleid.
Minister Schouten was als voorganger van eerdergenoemde mannenbroeders eveneens geen onverdeeld succes. Maar afgezien van beduidend meer hersens én ballen bracht ze op haar voormalige departement node gemiste knowhow in. Alleen al doordat haar eigen wieg in een melkveehouderijbedrijf had gestaan (gniffel gerust als u overgevoelig bent voor onbedoelde dubbelzinnigheden).
Haar opvolgers weten blijkbaar van toeten noch blazen, getuige hun onbeholpen geschipper met het mestbeleid. Met als gevolg dat een hobbyquerulant de dure overheidsjuristen alle hoeken van het erf laat zien, en de schaarse vrijkomende stikstofrechten onmiddellijk onderhands worden opgekocht door Rijkswaterstaat en Schiphol. En terwijl de radeloze boeren hun hooivorken scherpen, en de uitgeknepen burgers steeds vaker misgrijpen in de supermarkt, meent zo’n overjarige dekhengst zich voor het karretje van het hertenbevrijdingsfront te moeten laten spannen. Onder valse voorwendselen, nota bene.
Want tja, het klopt dat herten gevaarlijk kúnnen zijn. Geldt welbeschouwd voor zo’n beetje ieder dier, groot of klein, als je het te na komt. Maar buiten de bronsttijd scoort het modale hert, de toxisch-mannelijke variant incluis, extreem laag qua assertiviteit. En onverbeterlijke aaiers worden in hun dadendrang gestuit door de omheining. Als je écht op confrontaties tussen mens en dier aanstuurt, moet je behalve wolven en (nu we toch bezig zijn) beren als het lijden kan ook wat nep-oerossen met SS-keurmerk in hondenuitlaat- en recreatiegebieden uitzetten. Dan heb je pas écht de nieuwe wildernis naast de deur. En het helpt tegen de overbevolking, zij het mondjesmaat.
Natuurlijk horen dieren eigenlijk niet in kooien of achter hekjes. Maar alternatieve opvangplekken zitten overvol - een overbekend verhaal. Dus zo’n exercitie draait onvermijdelijk voor de meeste boventallige herten uit op een enkeltje poelier. Als dát diervriendelijk mag heten, is Poetin een pacifist en Rutte de eerlijkheid zelve.
Bij nader inzien is die vrees misschien voorbarig. De hertjes mogen naar verluidt gecontroleerd uitsterven, net als de dieselaars, de vissers en boeren en de rokers. Ik moet het eerlijk gezegd nog zien, afgezet tegen de nonchalante manier waarop hier te lande met dierenwelzijn omgesprongen wordt. Niets triester dan een hoogbejaarde hinde die als dwaalgast tussen de sierkippen en geitjes eenzaam haar nadagen uitdient.
Dat ze die doorgefokte designerhonden en -katten willen uitbannen, is alleszins begrijpelijk. Exotische diersoorten op de rode lijst die onder erbarmelijke omstandigheden massaal en route het loodje leggen omdat een poenige prolurk zo nodig wil pronken met iets wat z’n buurman niet heeft, idem dito. Maar ik ken weinig mensen die een hert in hun achtertuin houden. Hoewel herten wél regelmatig uitbreken om de tuinen van omwonenden kaal te knabbelen. Meteen maar chippen en muilkorven die hap?
Wat hier beleid heet, is op de keper beschouwd willekeur troef. Men rotzooit wat aan, laat de werkelijkheid wijken voor de eigen stokpaardjes, en gooit als het zo uitkomt à la minute radicaal het roer om. De kinderopvangtoeslagaffaire, het drugsbeleid, de studiefinanciering, de corona-aanpak, het girogluren 2.0 ... moet ik méér voorbeelden opsommen? En de zeldzame keren dat de politiek met het pistool op de borst eens de kleffe hand in eigen boezem durft te steken, worden zogenaamd onafhankelijke onderzoekers onder druk gezet om naar de gewenste conclusie toe te schrijven. En dan maar huichelachtig jammeren over de kloof tussen burger en politiek.
Je kunt het niet iedereen naar de zin maken, en zeker niet iedereen tegelijk. Dat is echter geen excuus om van achttien miljoen burgers er zowat zeventien miljoen linksom of rechtsom tegen je in het harnas te jagen. De betweters, betuttelaars en beroepsouwehoeren in het openbaar bestuur zijn dusdanig stekeblind en Oost-Indisch doof voor alles wat zich buiten hun navelstarend gezichtsveld afspeelt, dat ik me onderhand afvraag of nog andere wegen openstaan dan een revolutie om hun ongebreidelde bedilzucht te beteugelen. Die lui zijn zo compleet losgezongen van wat ‘in de provincie’ (lees: buiten het Binnenhof) leeft, dat ze überhaupt niet zouden kunnen zeggen wie die burgers zijn die hun escapades financieren zonder een ambtenaar van de buitendienst te raadplegen. En dat biedt weinig soelaas, want zo’n ambtenaar werkt negen van de tien keer ofwel bij de fiscus, ofwel bij handhaving.
Al dat onbezonnen hapsnapbeleid is des te opmerkelijker als men in aanmerking neemt dat de politiek de afgelopen decennia is afgegleden van een proeftuin voor wereldverbeteraars tot een laatste wijkplaats waar figuren met weinig credentials en nog minder scrupules een riant belegde boterham voorgeschoteld krijgen. Dat veel academisch gevormde politici van tegenwoordig politicologie hebben gestudeerd, is een teken aan de wand. Kamerleden met inhoudelijke dossierkennis zijn een zeldzaamheid geworden, net als vakministers in de ware zin des woords. Bovendien belanden die tijdens de stoelendans die het formatieproces kenmerkt, doorgaans uiteindelijk op een departement dat de bewindspersoon past als een paar pumps met stilettohakken een marathonloper.
In mijn woonplaats is het niet anders. Daar staat een lintjesknipper uit de sociaaldemocratische ruif aan het roer, die gezien zijn rotsvaste overtuiging dat z’n experiment met vuurwerkvrije zones een succes was zijn tijd klaarblijkelijk elders doorbrengt. Terwijl de ambtenarij zich onder diens auspiciën voor rekening van de belastingbetaler bekwaamt in de edele tak van sport die in de volksmond bekendstaat als projectontwikkelaartje pijpen. Ook voor huisjesmelkers die hun voor penthouseprijzen verkamerde pandjes vakkundig laten verkrotten, is het in Leiden nog altijd de Gouden Eeuw. De gemeente heeft het te druk met procedures over voortijdig op de stoep geplaatste vuilniszakken (tot aan de Raad van State aan toe, om aldaar glansrijk te worden weggehoond) om zich om futiliteiten als brand- en verkeersveiligheid te bekreunen. Het stadshart ligt er dan ook even florissant bij alsof de Wagnergroep onlangs is komen buurten.
De term projectontwikkelaar is trouwens (net als sociaaldemocratisch) niet zelden misplaatst, aangezien het verdienmodel van sommige ontwikkelaars er juist op is gebaseerd dat ze nooit iets ontwikkelen. In een nuffig ouwejongejuffrouwengat dat in het glorierijke verre verleden is blijven kleven, rendeert zulk boerenbedrog geheid.
Maar ach, als je leest dat Halsema voor een klein vermogen aan boeken door de papierversnipperaar haalt omdat de hoofdauteur weleens een driftbui zou hebben gehad ... Ik ken de man niet en kan de zaak lastig beoordelen. Wat ik wél weet, is dat zulke aanvarinkjes de laatste tijd opeens vaste prik zijn. En dat millennials en de generaties na hen elk kritiekpuntje opvatten als een persoonlijke aanval. Zodat iedere sneeuwvlok die ooit ‘Dat doe je verkeerd’ te verstaan heeft gekregen, zich een volwaardig #MeToo-slachtoffer waant. De keerzijde van de cancelcultuur.
Onlangs dook in een column weer eens de term ‘rubbertegelgeneratie’ op, toen de verfilming van Pietje Bell ex cathedra ongeschikt voor jeugdige kijkertjes werd verklaard vanwege een potentieel traumatiserende scène waarin - veiligheidsgordels vast - een tik werd uitgedeeld. Wat zullen die arme kijkertjes, die urenlang achtereen ongestoord ultragewelddadige MMO-games spelen, hebben gelachen ... Ik lees zoiets en denk aan dat zesjarige jongetje in de VS, dat met een van huis meegesmokkeld pistool z’n juf overhoop heeft geknald. Jong geleerd ... Het is tenenkrommend dat in een periode waarin mensen elkaar om het minste of geringste verbaal of fysiek te lijf gaan, en oorlog, onderdrukking en honger een steeds groter deel van de wereld in een wurggreep houden, de politieke peutercrèche alhier de menagerie van de plaatselijke kinderboerderij uitroept tot chefsache.
Als Zelensky weer eens een verlanglijstje dropt met allerhande wapentuig dat hij bij voorkeur eergisteren van ons wenst te ontvangen, moeten we maar eens kijken of we een stel zoutzakken aan hem kunnen slijten. In tegenstelling tot tanks en luchtafweerraketten om onze oostgrens tegen Russen te beschermen, en zandzakken om onze verwaarloosde dijken overeind te houden, slingeren er daarvan in Den Haag e.o. méér dan genoeg rond.
Mocht dat nóg niet afdoende blijken, dan doen we hem overste Karremans cadeau, aan het hoofd van een bataljon bloeddorstige damhertjes. Als zelfs dát niet helpt, laten we Vollenbroek in het Kremlin los om de hoofdbewoner tot zelfmoord te zeiken. En wat beroepspolitici betreft: niet aanhalen, onder geen beding voeren en gecontroleerd laten uitsterven.