OK, hipster

De nieuwe omroep ‘Ongehoord’ wordt ongetwijfeld het zoveelste platform voor rancuneuze rechtse ouwe zakken, die zich als ondervertegenwoordigd zullen blijven beschouwen zolang nog één enkele tegenstem opklinkt. Maar gelukkig slaagt de spes patriae er nu en dan in om ook even het podium te bestormen. Zo in het programma ‘Buitenhof’, waarin de schrijver Philip Huff van de powers that be ampel gelegenheid kreeg om de babyboomgeneratie te kastijden. De NRC deed ook nog dienstwillig een duit in het zakje, zodat de heer Huff afgelopen weekend op de opiniepagina’s nogmaals zijn zegje kon doen. Voor de jongeren onder ons: babyboomers zijn mensen die gedurende de naoorlogse wittebroodsjaren zijn verwekt, en dus nóg ouder zijn dan ik.

Dat ik de heer Huff, bouwjaar 1984, tot mijn schande niet direct paraat had, mag ik alleen mijzelf aanrekenen. Ik word tenslotte ook een dagje ouder. Dit laat onverlet dat zijn betoog helaas wordt overschaduwd door een overdosis verongelijktheid vanwege de hevige verontwaardiging die zijn voorstellen, begrijpelijkerwijs, in babyboomkringen opriepen. Niet in de laatste plaats om reden van de gratuite generalisaties op gezag van het Centraal Bureau voor de Statistiek: lies, damned lies, and statistics. Het gepikeerde kanseltoontje werkt weer het vooroordeel in de hand dat millennials zoals de heer Huff een stel verwende zeikerds zonder een greintje incasseringsvermogen zijn. Wellicht hebben de heer Huff en zijn nemeses meer gemeen dan zij beiden graag zouden geloven.

Dat penetrante zuurtje is jammer, aangezien de heer Huff tussen alle terzijdes van persoonlijke aard door wel degelijk een paar punten te maken heeft. Dat de rebellen van de jaren zestig in de loop der jaren tot gezapige leunstoelreactionairen zijn verworden, is niet nieuw. En dat zij zich onderweg een buitenproportioneel deel van de macht en de welvaart hebben toegeëigend, evenmin. Het meest opmerkelijk is Huffs pleidooi om jongeren binnen de democratie meer ‘stemgewicht’ toe te kennen, om te voorkomen dat de generatie van 1968 e.o. letterlijk tot over haar graf heen haar numerieke overwicht en bevoorrechte positie misbruikt.


Spagaat

In mijn eigen bewoordingen samengevat, komt de redenering van de heer Huff hierop neer. De babyboomers hebben in de naoorlogse bloeiperiode voortdurend in vrijwel alle opzichten de wind mee gehad. Onder het motto ‘de verbeelding aan de macht’ zijn ze op het pluche neergestreken, en nu het wederom tijd is voor een wisseling van de wacht, weigeren ze om hun macht en hun welvaart te delen. De generaties na hen profiteren nauwelijks mee maar krijgen straks wél de rekening gepresenteerd, getuige onder meer de klimaatveranderingsproblematiek en de pensioenperikelen. En door de vergrijzing en de macht der grote getallen verandert er niets wanneer niet een beetje tegengas wordt gegeven.

Zelf bevind ik me in deze discussie in een spagaat. Als ‘generatie X’er’ ben ik namelijk geboren in de periode tussen de naoorlogse babyboom en de millennials. Daardoor zijn veel problemen waarmee de millennials en post-millennials van generatie Y en Z kampen voor mijn leeftijdgenoten en mij bekende kost. Ook ik heb bijvoorbeeld nooit een vaste baan gehad, laat staan ’voor het leven’. Anderzijds ben ik weer, mede dankzij mijn ouders, niet opgegroeid met een studieschuld ter grootte van een bescheiden hypotheek. Verder heb ik gestudeerd in een tijd dat je in Nederland nog Nederlands kon studeren, en heb ik op de middelbare school fatsoenlijk leren spellen (hint: het is ‘sticker’ - als je het over ‘generatiestikkers’ hebt, is het geen wonder dat wederpartij denkt dat je op de gaskamers voorsorteert). De heer Huff schijnt generatie X niet te kennen, zodat het lijkt alsof de babyboomers en de millennials worden gescheiden door een demografisch vacuüm. Ik kan hem verzekeren dat de realiteit anders is. Al voordat hij zijn eerste stapjes zette, was zonneklaar hoe de kaarten waren geschud. Tijdens mijn middelbareschooltijd in de crisisjaren tachtig was ‘links denken, rechts verdienen’ een standaardverwijt aan het adres van het lerarenkorps.


Apathie

Dat van de revolutionairen van weleer weinig over is, beaam ik dus volmondig. Maar ik zou graag willen weten waarop de heer Huff zijn hypothese baseert dat millennials en post-millennials progressiever en idealistischer zijn ingesteld dan ‘de meest egoïstische generatie die nu leeft’. Als ik de recentste gegevens van de favoriete bron van de heer Huff, het CBS, erbij pak, constateer ik eerder het tegenovergestelde. Zo blijkt de leeftijdscategorie van 18 tot 35 jaar onder D66-stemmers het sterkst vertegenwoordigd. En de babyboomers-partij bij uitstek wordt op de voet gevolgd door achtereenvolgens PVV, SGP en VVD (het Forum voor Democratie was tijdens die peiling nog geen factor van betekenis). Dat 50PLUS onder jongere stemmers als hekkensluiter eindigde, laat zich denken. Maar een woke partij als GroenLinks moet het vooral hebben van jongere ouderen zoals ik.

Overigens zijn de verschillen minder groot dan het lijkt. VVD en GroenLinks trekken één lijn waar het het huidige studiefinancieringsstelsel betreft, zoals oud-Kamerlid Özdil aan den lijve heeft ondervonden. En beide partijen tellen volksvertegenwoordigers in hun gelederen voor wie de staatskas kennelijk een grabbelton is. Ook wat de volksvertegenwoordigers zelf betreft, zou ik me niet te veel illusies maken. Een zelfingenomen hork als Trump is ontegensprekelijk een ‘boomer’. Zijn Nederlandse epigoon Thierry Baudet behoort echter tot dezelfde lichting als Huff.

Tot slot blijkt uit de statistieken nog dat jongere kiesgerechtigden verhoudingsgewijs veel vaker verstek laten gaan bij de stembusgang. Na de voor velen onverwachte afloop van het brexit-referendum is geopperd dat dit weleens het Leave-kamp aan de overwinning kan hebben geholpen. Toen de millennials en post-millennials hun verzuim wilden goedmaken door een massale pro-Europa-demonstratie te organiseren, was het kwaad al geschied. Het zal niet de bedoeling zijn van de heer Huff om de thuisblijvers middels een premie over de drempel te lokken.


Niets nieuws

Als we een sprongetje maken van de politiek naar de samenleving als geheel, wordt het plaatje er evenmin duidelijker op. De activisten van een groep als Extinction Rebellion zijn voor een groot deel tieners, twintigers en dertigers. De proleten die met hun racistische gebrul laten doorschemeren waar zich in het voetbalstadion de apen ophouden, de kale koppies met stuiptrekkingen in hun rechterarm, en de boerka- en bomvestfetisjisten die opeens hun retourticket richting Europa willen verzilveren óók. Kortom: de bloemenkinderen van weleer hebben zich grotendeels ontpopt als exact dezelfde zelfgenoegzame en behoudzuchtige ouwe zakken als hun verguisde voorgangers die zij indertijd uit hun benarde veste hadden verjaagd. Alleen al om principiële redenen is het onverdedigbaar dat zij zich zo hardnekkig blijven vastklampen aan hun privileges. De generaties na hen moeten óók hun kans krijgen om geschiedenis te schrijven. Maar voor de aanname dat die verantwoordelijker en onbaatzuchtiger zullen omgaan met de medemens en de wereld, zie ik weinig grond.

Toegegeven, ik ben van nature pessimistisch. Maar in wezen is er niets nieuws onder de zon. Met het verstrijken der jaren pleegt men conservatiever te worden. En met de economische tegenwind die mensen van mijn generatie én die van de heer Huff in hun jonge jaren voor de kiezen hebben gekregen, ligt een verdere ruk naar rechts meer voor de hand dan een Summer of Love 2.0.


Eeuwige wietplantages

Hoe dit ook zij - en God geve dat ik ongelijk krijg - één troost wil ik de heer Huff niet onthouden. Ondanks de gestegen levensverwachting zijn zelfs babyboomers niet onsterfelijk. Op een gegeven moment zullen alle Woodstockgangers naar de eeuwige wietplantages zijn verkast, al laat dat moment wellicht langer op zich wachten dan de heer Huff c.s. lief is. En wanneer dat glorieuze ogenblik ten langen leste is aangebroken, is de heer Huff hoogstwaarschijnlijk zélf net zo’n zelfvoldane ouwe zak, die van zijn kleindochter te horen krijgt: ‘OK, hipster ...’ De tijd zal het leren.

Mocht de heer Huff niet het benodigde geduld kunnen opbrengen, dan is een televisieoptreden of een stuk in de NRC trouwens niet de aangewezen weg om de natuurlijke gang van zaken te versnellen. Alleen senioren kijken nog televisie en lezen de krant. Wat de asociale media betreft, zou ik me evenmin veel illusies maken, al staat in de persoon van Mark Zuckerberg alwéér een generatiegenoot aan het roer. Als je in Nederland je zin wilt doordrijven, luidt de toverformule tegenwoordig ‘tractor’. Dat is een waarheid als een melkkoe, die welke generatiekloof dan ook overstijgt.