Donderkop

Voor wie haar nog niet kent: de Zweedse Greta Thunberg is het nieuwe gezicht van de klimaatbeweging. De scholierenstakingen die de gemoederen bezighielden tussen voetbalkampioenschappen, beurskrachjes, boerkaverboden en andere dringender zaken door, waren afkomstig uit haar koker. Voor een kind van zestien lentes zo pril best een prestatie. Op die leeftijd was schrijver dezes óók een betweterig etterbakje dat z’n leraren tot wanhoop dreef, maar nooit op die schaal.

Aangezien je altijd mensen hebt die bij het zien van ‘Zweeds’ en ‘zestien’ enthousiast willen gaan googelen, is een kleine waarschuwing op haar plaats. Greta is geen Miss World in wording, die met haar betoverende glimlach het hart van de meest verstokte klimaatscepticus sneller laat smelten dan de gletsjers in het poolgebied. Ze is zelfverklaard asperger en op haar tronie is de norse verongelijktheid gestanst van een onhandelbare kleuter die voor het vierde jaar op rij wintersokken onder de kerstboom heeft aangetroffen in stede van de felbegeerde barbiepop of speelgoedauto die bovenaan de verlanglijst stond. Maak van dat laatste maar ‘speelgoedtrein’, om behalve genderneutraal ook klimaatneutraal te blijven.

Terwijl Audrey Hepburn in haar nadagen haar legendarische charme in de strijd wierp voor Unicef, lijkt Thunberg stuursheid tot handelsmerk te hebben verheven. Bijgevolg is ze als podiumpersoonlijkheid even aanlokkelijk als veganistische raapstelenstamppot uit de hooikist. Billie Eilish, ook al zo’n lachebekje uit het alternatieve jeugdhonk, is er niets bij. Het lijkt beider aanhang overigens niet te deren.


Relativeren

Nu valt zo’n chagrijnig smoelwerk wel enigszins te vergoelijken als de wereld om je heen in ijltempo naar z’n mallemoer jakkert, terwijl je volgens statistische prognoses nog zo’n zeventig jaar hebt te gaan. Het is echter de kunst om niet te overdrijven. En die kunst verstaan Greta en haar geestverwanten niet. Laat staan het vermogen om te relativeren. Dat geldt niet alleen voor het terrein van klimaatverandering, maar ook voor allerlei andere maatschappelijke misstanden, bijvoorbeeld op etnisch en gendergebied. Dat zou op zichzelf nog geen ramp zijn wanneer men elkaar in die kringen niet voortdurend de maat zou nemen. Door al dat onderlinge gekissebis en gekonkel verdwijnt de goede zaak zelf uit het zicht. Dat een notoire billentikker (m/v/i) wordt afgeserveerd als spreekbuis voor de #MeToo-beweging, spreekt mijns inziens vanzelf. En dat pakweg een decennium terug iemand als Al Gore onbekommerd de hele wereld over vloog om te verkondigen dat vliegen zo slecht voor het milieu was, is eveneens discutabel. Maar dat mevrouw Thunberg van gelijkgezinden een veeg uit de pan kreeg omdat zij zich per zeilboot - met onklaar gemaakte hulpmotor, nota bene - naar New York begaf, lijkt me een beetje té. De reden: sommige bemanningsleden zouden vanuit New York naar huis terugvliegen (al wordt de CO2-uitstoot naar verluidt keurig gecompenseerd).

Als het uitsluitend gaat over de vraag wie zonder zonde is, kun je net zo goed direct de handdoek in de ring gooien. Ik heb deze kennis bijvoorbeeld uit de NRC, door GeenStijl getypeerd als het nec plus ultra van dodebomenjournalistiek. Ik moet dat meteen nuanceren: krantenpapier is grotendeels gemaakt van pulp. Bij sommige periodieken schemert die nederige afkomst door in de inhoud. Daartegenover staat dat een beetje internetserver evenveel energie verbruikt als een middelgrote stad. En ik wed dat de smartphones van al die milieubewuste jongeren dagelijks meerdere malen aan het infuus gaan. Om van de zware metalen en loeigiftige lithiumbatterijen in het inwendige maar te zwijgen.


Kleine kringetjes

In diezelfde NRC brak eerder de altijd alerte Rosanne Hertzberger haar staf over de alomtegenwoordige identiteitspolitiek. Iedereen draait fulltime rond in zijn of haar kleine kringetje. En die kringetjes worden steeds kleiner, want afsplitsingen zijn aan de orde van de dag. Omdat je als lesbische zwarte vrouw niet door één deur kunt met een biseksuele Hispano-transgender, bijvoorbeeld. Op de sociale media zijn zulke stammenstrijden schering en inslag, met name op Twitter. Meer dan 280 tekens heb je niet nodig om iemand af te branden, tenslotte. En het reactionaire blok lacht zich als één man de balletjes uit de broek.

Daarom weet ik nu al met huiveringwekkende bijna-zekerheid dat macho-brulkikker Trump volgend jaar opnieuw president wordt. Het ontbreekt domweg aan oppositie die verenigd een vuist weet te maken. Alle tegenstanders zitten verkokerd en wel vastgeroest in hun safe space. Ze gaan alleen maar in debat met mensen die het onvoorwaardelijk met ze eens zijn, en gevoel voor humor en zelfrelativeringsvermogen zijn ver te zoeken. Als de meningen maar een haarbreed uiteenlopen, is de wereld te klein. Met alle gevolgen van dien voor het klimaat, de wapenwedloop, de rechten van minderheden in alle soorten en kleuren, en de toestand op deze planeet in het algemeen.

De Arabieren hebben een mooi gezegde: de vijand van mijn vijand is mijn vriend. Die wijsheid zouden de wereldverbeteraars van diverse signatuur misschien beter ter harte kunnen nemen voordat zij elkaar weer eens schuimbekkend in de blauwgeverfde haren vliegen. Ik mag trouwens hopen dat daarvoor biologisch afbreekbare kleurstof is gebruikt.


Wel een punt

Een en ander laat onverlet dat al die activisten natuurlijk wel een punt hebben. Dat geldt niet in de laatste plaats voor Greta en haar medestanders ... voor zolang het duurt. En dan moet ik schuldbewust vaststellen dat het met mijn eigen klimaatneutraliteit niet bepaald snor zit. Ik rijd weliswaar geen auto en heb vijfentwintig jaar geleden voor het laatst in een vliegtuig gezeten. Maar ik heb weer een heleboel andere slechte eigenschappen, en meer specifiek eigenschappen die slecht zijn voor het milieu. En in tegenstelling tot zo’n minervaans uilskuiken als Baudet geloof ik niet pas in het broeikaseffect zodra het water over de stoep van m’n grachtenpandje klotst.

Dat mijn eigen eindstreep zoetjesaan in zicht komt, is een schamel excuus. Het doorschuiven van problemen naar toekomstige generaties is immers precies de reden waarom Greta zo kwaad kijkt. Maar ik ben dan ook geen boegbeeld, dat scheelt. En wanneer ik kom te overlijden, mogen ze me composteren, no shit. Als mijn uitvaartverzekeraar in de tussentijd tenminste niet op de petfles gaat ... Maar in het ergste geval ruimen Greta en consorten de rotzooi wel weer op.