Omdat ik de bui al zag hangen en het sowieso de hoogste tijd werd voor een grondige voorjaarsschoonmaak, ben ik onlangs met de stofkam door mijn bibliotheekje gegaan. Zo zie je maar weer eens wat gebeurt als je de boel laat versloffen. Minstens de helft kon linea recta richting papiercontainer. Met een extra papieren zak of kartonnen doos eromheen voor de zekerheid, want je weet nooit of de gemeentereinigingsdienst sensitivity readers in zijn gelederen telt. Dat je de kat niet op het spek moet binden, hoef je oude muizen niet te vertellen.
Het lastige bij zo’n exercitie is dat je extra voorzichtig moet zijn, aangezien je met twee uiteenlopende scenario’s rekening dient te houden. In het gunstigste geval krijg ik Sylvana Simons op m’n dak, voor de gelegenheid toegerust met een spannend uniformpje, een paar handboeien en (als ik pech heb) een zweepje. Om, voordat de lezer - of schrijver dezes - verkeerde ideeën krijgt, navraag te doen naar het n-woordgehalte van m’n collectie. En dan doel ik niet alleen op het ni-woord, maar ook op het ne-woord. En met dat ne-woord bedoel ik dus níét ‘neuken’, de term die D.H. Lawrence een eeuw geleden op een publicatieverbod kwam te staan. Geen beter bewijs dat de tijden veranderen.
Als het echter onverhoopt tegenzit, draait het uit op plan B. En dan staat opeens een of andere schreeuwlelijk uit de gideonsbende van Tribunalen Thierry op de stoep om m’n leesvoer na te vlooien op rassenschande en genderwaanzin. In een voor knaagdieren met Joodse voorouders nóg spannender uniform, en geflankeerd door een tweetal witte gorilla’s van voetbalvandalenvereniging Mon Goal, die m’n flat binnenstebuiten keren om zich ervan te vergewissen dat ik geen voorleestravestieten achter de boekenkast heb verborgen.
Doemdenken, vergezocht, schromelijk overdreven ...? In Engeland neemt het redactieteam van de woke Thought Police na Roald Dahl nu Ian Fleming en Agatha Christie op de korrel. Waarbij niet alleen de eerdergenoemde ne- en ni-woorden het moeten ontgelden, maar ook kwetsende kwalificaties als ‘lelijk’ en ‘dik’. Want mooi of lelijk is discriminerend, nietwaar? En horizontaal uitgedaagden - en dat zijn er nogal wat in het Albion van vandaag - hebben het al zwaar genoeg (no pun ...) met al die vrijelijk uitgestalde vette en zoete verleidingen.
Op gevaar af voor een ruggengraatloze fellow traveler te worden versleten, beken ik dat ik begrip kan opbrengen voor de incidentele, deugdelijk verantwoorde ingreep in een kinderboek. De beruchte ‘negerkoning’ in Pippi Langkous is een sprekend voorbeeld. Juist omdat het een formulering betreft waarbij de auteur zich tachtig jaar terug van geen kwaad bewust was, maar die nu onnodig allemaal alarmbellen laat afgaan. Of de tere kinderzieltjes onbedoeld op het verkeerde spoor zet.
Astrid Lindgren was bovendien ervaringsdeskundige op het vlak van censuur. De Zweedse inquisitie struikelde tijdens de oorlogsjaren over de nogal doorzichtige karikatuur ‘sterke Adolf’ in de oerversie van Pippi (‘wegens belediging van een bevriende nazi’, labelt een oude vriend van me dergelijke knievalletjes). En in de zelfbenoemde bakermat van la liberté verscheen La Langkous tot eind vorige eeuw in een gekuiste versie, omdat de roodharige anarchiste in spe ondermijnend zou zijn voor het ouderlijk gezag. Hoeft u zich niet meer af te vragen waar die pias van een Macron z’n patriarchale stijl van leidinggeven aan ontleend heeft.
Natuurlijk is niets mis met een hertaling of bewerking voor een eigentijds publiek. Oude werken in een contemporain jasje zijn al sedert de klassieke tragedie en de middeleeuwse ridderroman ingeburgerd. Anders was het oeuvre van Chaucer en Shakespeare allang voor de meesten van ons ontoegankelijk geweest.
In verfilmingen, waarbij je bij voorbaat niet aan inkorting en interpretatie ontkomt, is zo’n anachronistische insteek al helemaal schering en inslag. Waardoor de op de Poirotreeks van Christie gebaseerde televisieserie opeens door allerlei mensen van kleur en personen met in de ontstaanstijd verboden seksuele voorkeuren wordt bevolkt. Niet zo historisch correct misschien, maar voor de kijker van nu heerlijk herkenbaar. En zolang de plot maar overeind blijft en het origineel intact, zie ik geen principiële bezwaren. In een volgende verfilming zullen wellicht de fossiele auto’s en de sigaretten en sigaren sneuvelen, net als op een haar na de pijp op het affiche van Mon Oncle.
Maar als je door selectieve ingrepen met het rode potlood het antisemitisme van een Shakespeare of de kruistochtretoriek van een Maerlant wegpoetst, wordt het een andere zaak. Dan maak je je schuldig aan geschiedvervalsing. En dan is het nog maar een kleine stap van de literatuur naar de non-fictie, en zal het niet lang duren eer de officiële geschiedschrijving met geen woord meer over de slavenhandel of de Holocaust - beide immers doubleplusungood - rept. Als reshaping the future hand in hand gaat met rewriting the past, valt niets meer van het verleden te leren - of af te leren. Zodra de zwarte bladzijden (mag dit nog?) uit onze geschiedenis spoorloos zijn uitgewist, hebben de Holocaustontkenners, male chauvinist pigs en slavernijgoedpraters niets meer om zich voor te schamen, en bijt de woke heropvoedingsideologie bij gebrek aan legitimate targets in haar eigen staart.
Dat de fundi’s van alle gezindten het liefste elke kunstuiting die hun onwelgevallig is, willen verbranden of op z’n minst verbieden, is inmiddels genoegzaam bekend. Godfried Bomans maakte zich al in de sobere jaren vijftig vrolijk over zulke beeldenstormers, van wie je tegen beter weten in zou hopen dat ze onderhand wel zo’n beetje uitgestorven zouden zijn. Maar die lui fokken bij gebrek aan ander vertier als konijnen, en geven naast hun genen ook hun intolerantie aan de volgende generatie obscurantisten door. Des te pijnlijker is het dat hun tegenstrevers deze kwezels en kwakdenkers in benepenheid en overgevoeligheid naar de kroon steken. Getuige de pavlovreactie op werken die indertijd tot de maatschappijkritische avant-garde behoorden, en nu van de weeromstuit achter slot en grendel verdwenen zijn. Vaak puur en alleen omdat er bepaalde woorden in voorkomen waarover de lezer van vandaag zou kunnen vallen, zonder enige consideratie met de context. Als het zo simpel is, dan moeten we behalve Huckleberry Finn, To Kill a Mockingbird en een paar ‘aanstootgevende’ Fawlty Towers-sketches ook meteen maar de musical Hair naar de vergetelheid verbannen. Want het liedje Colored Spade, waarin een (uiteraard zwarte) zanger in mitrailleurtempo een bloemlezing aan racistische scheldwoorden op het (overwegend witte) publiek afvuurt, kan ab-so-luut niet meer ... Vergeet trouwens naast Harper Lee ook vooral Spike Lee en z’n BlacKkKlansman niet op de zwarte lijst te noteren.
Voorzie gerust elke heruitgave van een historisch werk van een inleiding die driemaal zo lang is als de besproken tekst. Gesecondeerd door een topzwaar notenapparaat, dat iedere discutabele formulering tot op vier cijfers achter de komma toelicht. Plak desnoods een waarschuwingssticker op de kaft, net als bij dvd- en cd-hoezen. Maar geef geen horde betweterige heilssoldaten een vrijbrief om naar eigen goeddunken postuum andermans (m/v/i) levenswerk te verkrachten.
Akkoord, met hele jonge lezertjes moet je wellicht iets voorzichtiger zijn. Dat is evenwel geen geldig excuus om in één moeite door volwassen lezers als een stel kleuters te betuttelen. En of mijn boekenkast een steriele safe space zonder wanklank of onvertogen woord moet worden, maak ik goddomme zelf wel uit, ja?
Gelukkig wordt het voorgaande zowel letterlijk als figuurlijk een academisch probleem, want de jeugd van tegenwoordig leest niet, of hooguit vi coactus. Die ginnegapt liever om suffe TikTokfilmpjes (zelfs YouTube vergt al te veel van de aandachtsspanne en de concentratie) op het alomtegenwoordige smartphonescherm. Compleet met overmaatse hoofdtelefoon om de ondermaatse hersentjes tegen ongewenste prikkels uit de grote boze buitenwereld te isoleren. Geen wonder dat het in de schoolbanken wemelt van de zittenblijvers. Schrap dat laatste bij nader inzien maar, want ook die term blijkt op voorspraak van belangenvereniging LAKS taboe te zijn verklaard.
In een interview op journalistensite Villamedia schetsen de initiatiefnemers van Ac2ality de toekomst van het vak. Die naam zegt u misschien, net als mij, niets, maar dit nieuwskanaal is na drie jaar inmiddels het op een na grootste in zijn soort van Europa. Het succesrecept? Ultrakorte videootjes, van maximaal één minuut, zonder lange zinnen en moeilijke woorden. U kunt wel raden hoe het met de nuance en de verdieping zit. Maar eendimensionale wereldbeelden zijn momenteel in de mode.
Onder zulke omstandigheden, en met zo’n kortzichtig publiek, hebben zelfs verbale miniaturisten als Nescio het nakijken. Maar daarom niet getreurd, want cultuur is zwaar overschat, en schrijven een bezigheid die je beter aan een chatbot kunt overlaten. Politieke correctheid op afroep gegarandeerd. Kunnen al die kwakkelende auteurs en would-be-auteurs eindelijk wat nuttigs gaan doen, zoals influencen of een roddelvlog presenteren.