Het einde der tijden?

30-03-2024

Is kunstmatige intelligentie (AI) de allergrootste bedreiging die de mensheid ooit heeft gekend? Zelfs ons ambitieuze deugicoon Rutger Bregman lijkt die mening toegedaan. Al laat zijn brede denkraam ook ruimte voor andere kanshebbers, te weten virussen en kernwapens. Die laatste twee hebben wel vaker tot apocalyptische visioenen geleid, maar leken langzamerhand afgedreven uit ons gezichtsveld. Ten onrechte, naar eind 2019 respectievelijk begin 2022 bleek. Tot voor kort leken de gerelateerde kwesties bevolkingsgroei, milieu en klimaat onze voornaamste universele kopzorg. Dit trio is blijkbaar opeens door AI van de prioriteitenlijst gedrukt. Getuige ook het feit dat een uitzending over dit onderwerp op de Belgische televisie op de voet werd gevolgd door het nummer van de Zelfmoordlijn. Da’s best heftig.

De hamvraag is of de opmars van AI écht onrustbarend genoeg is om een dergelijke voorrangsbehandeling te rechtvaardigen. Ik ben net als Rutger van huis uit historicus, en breng in herinnering dat de steeds grotere rol van de computer sedert de jaren zestig indertijd eveneens 1984-achtige doemsdagscenario’s aangewakkerd had. Evenals daarvoor de mechanisering, enzovoort. Onze verre voorvaderen hebben in de steentijd ongetwijfeld de opkomst van achtereenvolgens de landbouw en de metaalbewerking met gemengde gevoelens gadegeslagen. Onbekend maakt op voorhand onbemind.

Op zich is het mechaniseren en/of automatiseren van processen niets nieuws. Een automobilist kan z’n paard met pensioen sturen, en met een automatische versnellingsbak hoef je niet eigenhandig te schakelen. Dat je binnenkort niet eens meer zelf hoeft te sturen, is voor velen begrijpelijkerwijs nog een brug te ver. Maar als treinreiziger of vliegtuigpassagier heb je nóg minder mogelijkheden om in te grijpen wanneer de (al dan niet automatische) piloot verstek laat gaan. En laten we wel zijn: ook met de postkoets gebeurden weleens ongelukken omdat de paarden op hol sloegen.

 

Sneller en onvoorspelbaarder

Dat niet iedereen zich senang voelt bij zulke ontwikkelingen is evenmin van vandaag of gisteren. Eind achttiende eeuw haalden textielarbeiders die hun traditionele broodwinning bedreigd zagen hun gram op nieuwerwetse weefgetouwen. De stoommachine, de lopende band, de grammofoon, de magnetron … ze kenden allemaal hun onheilsprofeten en fanatieke tegenstanders. Maar omdat die op den duur (langs natuurlijke weg) uitstierven en de gevreesde massawerkeloosheid uitbleef, werd menige omstreden innovatie mettertijd een onmisbare vanzelfsprekendheid. 

Zelfs de grootste nostalgicus doet de meeste boodschappen tegenwoordig in de supermarkt, al dan niet via de zelfscankassa of online. En niemand wil meer terug naar de tijd dat zesdaagse werkweken van zestig of zeventig uur heel gewoon waren, evenals kinderarbeid en slavernij. Om van moderne verworvenheden zoals elektriciteit, vaste of mobiele telefonie, centrale verwarming, koelkasten, kraanwater en riolering maar te zwijgen.

Het cruciale verschil is dat de technologische revolutie vandaag de dag vele malen sneller en onvoorspelbaarder verloopt dan vroeger. Wie een decennium geleden een cursus computergebruik voor senioren volgde, kan weer vanaf nul beginnen zodra een actuele tablet of smartphone aangeschaft wordt. Bovendien staan deze keer niet alleen zware lichamelijke arbeid en geestdodende routineklusjes op de nominatie om weg te worden gemechaniseerd of geautomatiseerd. Integendeel: juist complex denkwerk en creatieve bezigheden worden ons door AI uit handen genomen, terwijl een bruikbare huishoudrobot op zich laat wachten. Daarnaast bestaat de vrees dat ‘slimme machines’ over leven of dood van hun scheppers zullen beslissen, op individueel niveau of collectief.

 

Algoritme

Ik durf te wedden dat u allang allerlei slimme apparaten over de vloer heeft. Van uw robotstofzuiger, smart-tv en parkeerhulp via uw slimme thermostaat en deurbel met gezichtsherkenning tot een spraakgestuurde virtuele assistent als Alexa. Computers die slimmer zijn dan hun bedenkers, draaien ook al geruime tijd mee. Eind jaren negentig werd schaakkampioen Kasparov onttroond door het pronkstuk van IBM: de supercomputer Deep Blue. En hoewel ik als Generatie X’er nog hoofdrekenen heb geleerd, leg ik het qua snelheid en nauwkeurigheid kansloos af tegen de simpelste zakrekenmachine. 

Ook het slotakkoord van de vorige alinea is geen gamechanger. Zonder een batterij computers komt een moderne straaljager of raket niet eens van de grond. Lang voordat drones hun opwachting maakten op het slagveld, waren er landmijnen. Antipersoonsmijnen konden zo afgesteld worden dat ze afgingen wanneer er een zwaarbepakte soldaat op stapte, maar niet bij een kind. Terwijl een antitankmijn werd geacht personenauto’s ongehinderd te laten passeren. Of zulks in de praktijk ook gebeurde, is vers twee.

In wezen gaat het bij zo’n proces om een reeks beslissingen op basis van actuele gegevens. Zo’n beslisboom wordt door techneuten ook wel algoritme genoemd. Hoe slimmer dit algoritme, hoe beter de beslissingen. Dat het linksom of rechtsom toch vreselijk fout kan gaan als blindelings het stappenplan wordt gevolgd, bewijst de Toeslagenaffaire. Maar de vraag blijft of de fout bij het algoritme ligt dan wel bij de programmeurs, toezichthouders of gebruikers.

In principe moet zo’n algoritme betere beslissingen kunnen nemen dan wijzelf, aangezien het zich niet laat leiden door emoties. In zijn bestseller Homo Deus stak de Israëlische historicus annex futuroloog Harari daarom de loftrompet over dit fenomeen. Om vervolgens in de huidige discussie een complete U-bocht te maken, met piepende remmen. Harari was een van de ondertekenaars van een manifest dat ervoor pleit om de ontwikkeling van AI te beteugelen. De voormalige vooruitgangsoptimist sombert dat AI in het uiterste geval kan leiden tot de ondergang van de menselijke beschaving, en zelfs van de mensheid als zodanig.

 

Terug bij af

Daarmee zijn we dus terug bij af. Ietwat onduidelijk blijft wáár men nu precies huiverig voor is. Dat zelfdenkende computers de macht overnemen en zich tegen hun makers keren, net als in Terminator? Of dat straks niet Poetin of Trump de rode knop indrukt, maar een algoritme? Deze toekomstmuziek viel reeds te beluisteren in het nóg oudere Dr. Strangelove, waarin een ‘doomsday machine’ de Derde Wereldoorlog ontketent.

Anderen voorspellen dat de wereld aan stammenstrijd zal ondergaan, geïnspireerd door een spervuur van fake news in alle soorten en maten. Maar ook nepnieuws bestaat al eeuwen. Zonder solide beperkingen maakt AI het alleen een stuk simpeler om een onophoudelijke diarree aan onzinteksten, beeldmontages en deepfakevideo’s te produceren en te verspreiden. En ja, die ogen een stuk geloofwaardiger dan in de dagen van Stalin. Maar juist de wetenschap dat alles wat realistisch oogt nep kan zijn, zet die geloofwaardigheid bij voorbaat op losse schroeven. 

Dat sommige mensen alles geloven, en veel mensen uitsluitend wat ze willen geloven, staat hier grotendeels los van. De slimme algoritmen van Google, Facebook, TikTok en consorten (tevens de favoriete datagrossiers om AI-toepassingen te trainen) bepalen trouwens al jarenlang wat u krijgt voorgeschoteld. Alleen heette dat toen nog geen AI.

 

Outsourcen

Het allergrootste risico is volgens mij niet dat computers ‘slimmer’ worden dan mensen. Want dat waren ze al in veel opzichten. Eerder het omgekeerde: dat mensen steeds dommer en gemakzuchtiger worden, en alles wat ingewikkeld denkwerk vereist gedachteloos outsourcen. Persoonlijk heb ik weinig fiducie in de expertise van een student die diens referaten en afstudeerscriptie door een chatbot laat ophoesten. 

Wat knaagt, is dat creatieve beroepen zoals beeldmaker, acteur, componist en schrijver (ik preek graag voor eigen parochie) overbodig dreigen te worden indien de huidige ontwikkeling doorzet. Maar laten we nuchter blijven: sinds de doorbraak van internet is jatwerk veeleer regel dan uitzondering. Bij ondertitelingen en gebruiksaanwijzingen wordt al dicteer- en vertaalsoftware ingezet. En dat zie je, of liever gezegd: dat zie ik. Voor het literaire gehalte van de Bouquetreeks zal het vermoedelijk weinig uitmaken. En de dialogen in menig filmscenario van vaderlandse bodem lijken zo uit de pen van een gepensioneerde beleidsambtenaar gevloeid. 

Voor het vernisje dat beschaving heet, oogt de toekomst wellicht somber. Maar op dat vlak zijn we al decennialang in regressie. Wat de overlevingskansen van de species homo sapiens betreft, blijf ik vooralsnog beduchter voor Poetin.