De kwaal en het middel

Aangezien de modale Nederlander overal ostentatief schijt aan heeft, is het maar goed dat we voor tien jaar pleepapier hebben. Excuus voor deze stijlbreuk. Het floepte er zogezegd uit. Nu blijkt dat we het coronavirus bijna allemaal (ikzelf voorop) lelijk onderschat hebben, is het alle hens aan dek.

En wat doet de modale Nederlander? Die sleept karrenvrachten wc-papier de winkel uit en gaat op de vuist om een pak macaroni, alsof de Hongerwinter weer voor de deur staat. Die klauwt het hele schap met paracetamol leeg, en grist bij het verpleeghuis waar z’n ouwe moedertje zit weg te kwijnen en passant nog wat handgel en mondkapjes mee. Al dan niet om voor grof geld door te verkopen, want de handelsgeest zit ons in het bloed. Eigenlijk zou Rutte stiekem trots op ons moeten zijn.

Klap op de vuurpijl was natuurlijk dat met het mooie lenteweer mensen tegen beter weten in massaal elkaars gezelschap bleven opzoeken. Zó sociaal zijn we dan weer wel ... Op die manier is het dweilen met een gesprongen waterleiding en een verstopte afvoer. Met als gevolg dat nu vrijheidsbeperkende maatregelen gelden die we sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer hebben gezien.


Lockdown

Op zich is het daarom passend dat de viering van 75 jaar Bevrijding niet doorgaat. Er valt namelijk weinig te vieren in een land dat rochelend afglijdt in de richting van een politiestaat. Onder druk van de omstandigheden weliswaar, maar de sluipende tendens was al langer zichtbaar. De afgelopen decennia is Nederland één groot rookverbod geworden, waarin iedereen altijd een identiteitsbewijs bij zich moet hebben en waar overal surveillancecamera’s hangen, terwijl Vadertje Staat zelfs op onze telefoon meeluistert en op onze computer meekijkt. Waarbij de grens tussen dwingende noodzaak en pure machtswellust of symboolpolitiek één groot grijs gebied is. Wie dat dertig, veertig jaar geleden had durven voorspellen, was voor gek versleten of voor fascist uitgemaakt.

Nu beschouwen we zulke dingen als doodnormaal en is het zelfs zo ver gekomen dat je al een boete kunt krijgen als je je met meer dan twee of drie personen tegelijk op straat begeeft. En als het op de ultieme lockdown aankomt, mogen we zelfs in ons eentje alleen de deur uit met een dwingende reden. Zonnekoning Macron zat op televisie bijna te kwijlen toen-ie z’n Sperrmassnahmen decreteerde. Die man z’n hond heet Nero, en de gelijknamige Romeinse keizer had óók iets met z’n moeder. Toevallig dezelfde keizer die een gigantisch paleis liet neerplempen op de puinhopen van de eeuwige stad, toen die al dan niet door eigen toedoen afgefikt was. Ik geef het maar mee.


Duivels dilemma

Het is natuurlijk een duivels dilemma, dat niet alleen in Nederland speelt: in hoeverre mag je de maatschappij tegen de burger en de burger tegen zichzelf in bescherming nemen? Even daargelaten welke bedoeling daarachter steekt. Aan gene zijde van het Kanaal had Johnson gerekend op de spirit die de Britten tijdens de bombardementen op de been had gehouden. Blijkens de resultaten had hij zich daarop lelijk verkeken. Kennelijk deugen de meeste mensen toch niet zo erg.

Op zich niet verbazingwekkend, als je bedenkt welke boodschap Johnson, Rutte en geestverwanten de afgelopen decennia hebben uitgevent. Met een beetje goede wil zou je de asociaal die de supermarkt leegplundert, kunnen zien als de zelfredzame burger in optima forma. Die niet afhankelijk van de overheid wil zijn en zelf z’n maatregelen treft om z’n voortbestaan te verzekeren. Indien anderen daar het slachtoffer van worden, is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Als die burger een monster is, dan eentje uit eigen laboratorium. Onwillekeurig gleden mijn gedachten even naar Bertolt Brecht.


Dodendans

Het is bovendien maar de vraag of die draconische maatregelen het gewenste effect sorteren. Zolang een vaccin op zich laat wachten, begrijp ik dat we het moeten hebben van natuurlijke weerstand en groepsimmuniteit. Uiteraard daarbij de meest kwetsbare groepen uit de wind houdend. En gezond verstand en extra voorzichtigheid kunnen nooit kwaad. Al is het maar om de overbelaste gezondheidszorg een klein beetje ademruimte te gunnen.

Als we ons allemaal rillend van angst achter de gordijnen verschuilen, kunnen we die groepsimmuniteit wel vergeten. En voor de weerstand van die thuiszittende bleeksmoeltjes sta ik niet in. En wanneer we dan na maanden met onze laatste krachten versuft uit onze schuilkelders kruipen omdat de regering het sein ‘veilig’ heeft gegeven, wacht ons behalve een totaal ontwrichte samenleving en economie nog een tweede deceptie. De eerste keer dat het virus weer opduikt, begint de hele dodendans van voren af aan. Behalve met de zieken en bejaarden, die letterlijk voor hun leven moeten vrezen, heb ik vooral medelijden met de kinderen. Die hebben huisarrest terwijl hun hart hunkert naar spelen en buitenlucht. Wat voor generatie kweek je, als dit maanden of zelfs nog langer gaat duren?


Schadepost

Mijn moeder heeft bijna vier jaar van haar jeugd vrijwel onafgebroken in quarantaine doorgebracht. Dit land werd toentertijd bestuurd door een regime dat evenmin terugdeinsde voor krasse maatregelen. En dat muizen beschouwde als virusdragers die geïsoleerd en uiteindelijk uitgeroeid moesten worden. Hoewel ik haar dagelijks mis, ben ik dankbaar dat ze dit niet meer hoefde mee te maken. Zo’n déjà-vugevoel, uitgerekend 75 jaar na dato, had ze niet aangekund.

Niet de enorme sociaal-economische ontreddering kan naderhand weleens de grootste schadepost blijken. Niet de duizenden doden. En zelfs niet de ‘gelukkigen’ die het op het nippertje wisten te redden en daarvoor betalen met een levenslange handicap. Maar een als democratie vermomde politiestaat naar Chinees model. Waarin allerlei restricties onverkort van kracht blijven nadat hun bestaansreden is beteugeld. Want noodverordeningen kan een lang leven beschoren zijn. Langer dan een virus, en langer dan wij. Patiënt overleden, operatie geslaagd.

Op een gegeven moment zal Bevrijdingsdag wel weer gevierd worden. Met strenge toegangscontroles en ongebreideld inzicht in smartphonegegevens, een reglement ter dikte van de statenbijbel en horden surveillancedrones boven het publiek. Maar dat is bijzaak. De hamvraag is welke vrijheid er nog te vieren valt. Aan vrijheid hangt echter een prijskaartje: verantwoordelijkheid. En die kan de mondige, zelfredzame burger blijkbaar niet aan.

Na de Spaanse griep van een eeuw terug volgde de Drooglegging. Aspirant-dictators hebben bloed geproefd. En de murw gebeukte burger snakt straks naar een nieuwe boeman. Ik ga maar alvast op zoek naar een lapje grijze stof.